
‘Schoon ijzerbrandstof unlockt waterstof voor de industrie’
Van frietjes tot soep, van papier tot bio-plastic en van bier tot keramiek; dagelijks gebruiken we producten die gemaakt worden door de maakindustrie. Om die producten te maken is warmte nodig, die momenteel voornamelijk uit fossiele brandstoffen wordt gehaald. Zo is de industrie wereldwijd verantwoordelijk voor een derde van de CO2-uitstoot. Hoe kunnen zij verduurzamen? Het antwoord van RIFT: met schoon ijzerbrandstof.
Hoe werkt het? Het RIFT-systeem bestaat uit twee installaties. In de brandstoffabriek wordt ijzerbrandstof gemaakt. Dit wordt verbrand op de industriële locatie in de tweede installatie, de boiler. De vlamtemperatuur is 2.000 graden Celsius en de temperatuur van de geproduceerde industriële warmte kan oplopen tot circa 1.000 graden Celsius, afhankelijk van de toepassing. Het eerste ijzerpoeder wordt ingekocht bij partijen die oud ijzer verhitten in een elektrische oven, die draait op groene stroom. Eenmaal in gebruik wordt de keten circulair. Van de roest die overblijft na de verbranding van het ijzerbrandstof in de boilers van de installaties, wordt in de eerste fabriek opnieuw ijzerbrandstof gemaakt.
Haalbaarheid
Mark Verhagen is CEO en mede-oprichter van RIFT dat staat voor Renewable Iron Fuel Technology. Een huisgenoot wees hem in 2020 op de mogelijkheden van ijzerbrandstof. “Professor Philip de Goey sprak erover bij de Technische Universiteit van Eindhoven. Ik besloot om me aan te sluiten bij Solid, een initiatief van studenten die de mogelijkheden van ijzerbrandstof onderzochten. Eerder voerde ik diverse haalbaarheidsstudies uit voor de industrie met als onderwerp het verlagen van de CO2-uitstoot. Want, even voor de duidelijkheid: niemand in de industrie wil níet CO2-uitstoot verlagen. Maar, als je het doet, moet het wel praktisch, technisch én commercieel haalbaar zijn. Helaas bleek steeds opnieuw dat elektrificatie en waterstof niet het antwoord waren. Geen fijne boodschap om te brengen en de reden dat ik mijn geloof in de haalbaarheid van de energietransitie op dat moment verloor. Zou ijzerbrandstof het antwoord zijn? Uit mijn eerste studies bleek dat er mogelijkheden waren. Dat wilde ik verder onderzoeken.”
Financiering
Samen met Lex Scheepers en Vincent Seijger startte Mark Verhagen RIFT. “We begonnen met ons spaargeld en kregen wat innovatieleningen. Vervolgens verkregen we financiële steun vanuit de EU via een OPZuid-subsidie en vanuit verschillende investeringsfondsen en partners, waaronder het Breakthrough Energy Fellows-programma van Bill Gates in 2022. In september 2024 haalden we bij een nieuwe investeringsronde 11 miljoen euro aan groeikapitaal op van een groep investeerders en aandeelhouders, zoals Invest-NL en pensioenfonds PGGM. Dit geeft ons de mogelijkheid om verder te groeien en onze plannen te realiseren.”
Rol waterstof
Wat dit allemaal met waterstof te maken heeft? “We plaatsen het eerste deel van het RIFT-systeem, onze ijzerbrandstoffabrieken bij een waterstofbron”, legt Verhagen uit. “Op die manier is er geen CO2-uitstoot bij het maken van het ijzerbrandstof. We onderzoeken nu locaties in Antwerpen, Moerdijk en Rotterdam. Het waterstof gebruiken we als energiebron. Vervolgens vervoeren we het schone ijzerbrandstof naar de afnemers. Op deze manier verlengen we de waterstofketen en ‘unlocken’ we die voor een nieuwe industrie.”
Interessante afnemer
“Bovendien zijn we een zeer interessante afnemer van waterstof”, vervolgt hij. “Wij bieden een constante, stabiele afname van 10 tot 100 kiloton waterstof (wanneer we ons in de commerciële fase bevinden, afhankelijk van de grootte van de fabriek) met een contractperiode van 15 jaar.”
Vijf fases
RIFT komt steeds een stapje verder. Verhagen: “Onze start-up doorloopt vijf fases. Ten eerste de papieren fase, dan het ontwikkelen van een prototype, vervolgens een pilot, daarna een demo-opstelling en uiteindelijk de laatste fase van commercialisering. Op dit moment bevinden we ons in de vierde fase, die van de demo-opstelling. We draaien in Helmond en Arnhem op dezelfde locaties waar eerder de prototype en pilot stonden. In Helmond is dat bijvoorbeeld bij Ennatuurlijk, een warmtenet waar 6.500 huishoudens op zijn aangesloten. Wij zijn gekoppeld aan zo’n 500 huishoudens op dit net.”
Commercieel interessant
De start-up is flink gegroeid van de drie oprichters tot nu zo’n tachtig mensen. “Dat gaat niet zonder groeipijn, maar het is nodig om onze doelen te bereiken. Op dit moment werken we aan het voorzien van veertig boilers op ijzerbrandstof bij industriële, Nederlandse bedrijven. Ons ijzerbrandstof wordt in de commerciële fase goedkoper dan aardgas, dus het is naast duurzaam ook een commercieel interessante keuze.”

Supply chain opbouwen
Nederland is een logische plek om te beginnen. “Net als Duitsland en België”, vult hij aan. “Dat komt door de nabijheid bij onze eigen werklocatie, de hoge industriële dichtheid en vanwege het feit dat de realisatie van waterstofproductie zich al in een gevorderd stadium bevindt. Tegelijkertijd zijn we afhankelijk van partijen en overheden om te investeren in deze industrie. We moeten een supply chain opbouwen en pionieren kost nu eenmaal geld. Dat was ook zo met aardgas in de jaren 60. Maar als het lukt, creëren we weer allerlei nieuwe mogelijkheden. En over vijf jaar is deze nieuwe supply chain het nieuwe normaal.”
Gigaton uitstoot
RIFT is momenteel koploper in de ontwikkeling van rondom schone ijzerbrandstof. Verhagen: “Wereldwijd zijn er nog zes jonge bedrijven die zich hierop toeleggen, maar zij bevinden zich nog aan het begin van hun ontwikkeling. De fabrieken bij de projecten die we nu realiseren zullen in 2028 of in 2029 operationeel zijn. Daarmee staan wij op een bepaalde manier ook pas aan het begin. Ons bedrijf is pas echt een succes als het ons lukt om in 2050 een gigaton aan CO2-uitstoot te besparen door industrieën wereldwijd te laten draaien op ijzerbrandstof als energiebron. Ter vergelijking; dat komt overeen met zeven keer de huidige uitstoot van Nederland.”
Wereldwijd
Daarom zijn de ogen ook gericht op het buitenland. “We onderzoeken mogelijkheden in Amerika, Canada, Afrika en het Midden-Oosten”, somt hij op. Voor de eerste projecten in Noord-Europa richt RIFT zich op groene en blauwe waterstof voor de energievoorziening. In Europa en Noord-Amerika focust het bedrijf op blauwe waterstof, gemaakt van aardgas, maar met afvang en opslag van CO2. En daarnaast op witte waterstof, die in de bodem te vinden is en waarvan grote hoeveelheden zijn gevonden in Frankrijk. In Afrika is groene waterstof gemaakt met zonne-energie een optie.
Speldenprik
“CO2-uitstoot is een wereldwijd vraagstuk”, sluit hij af. “Wat wij bereiken in Nederland is maar een speldenprik in verhouding tot de reductie van de totale CO2-uitstoot. Mijn geloof in de haalbaarheid van de energietransitie is flink gegroeid, mede door andere interessante projecten die ik de afgelopen jaren heb gezien. Maar er is nog veel werk te verzetten.”




