BLPH 3 okt Niels Knelis 0261 DSC 6175 scaled

Base Load Power Hub brengt nieuw tijdperk voor waterstof als buffer voor windenergie

De Base Load Power Hub (BLPH), een pionierend energieproject dat elektriciteit, waterstof en opslagtechnologie samenbrengt, is vrijdag officieel overgedragen van ontwikkelaar CrossWind (Shell/Eneco) aan DOT. De overdracht markeert niet alleen het einde van een ontwikkeltraject van vijf jaar, maar ook het begin van een nieuwe fase waarin waterstof ingezet wordt als balanceerder tussen windparken en het stroomnet.

Stabiele stroom

De Base Load Power Hub is ontwikkeld om een van de grootste uitdagingen van windenergie aan te pakken: het grillige aanbod. Wanneer op zee meer windenergie wordt opgewekt dan het net aankan, produceert de installatie waterstof. Bij tekorten of hoge stroomprijzen wordt die waterstof via een brandstofcel weer omgezet in elektriciteit. De installatie combineert een 2,5 MW elektrolyser, een 1 MW brandstofcel gekoppeld aan waterstofopslagtanks en een 1 MW / 5 MWh batterijpark, goed voor 48 uur extra stroom op volle capaciteit.

‘De energietransitie is geen sprint, die kost tijd’, zei Bart-Jan Hoevers, CEO van Groningen Seaports. ‘De Base Load Power Hub is een belangrijke stap op weg naar een stabiel en flexibel energiesysteem. Hier in de Eemshaven komt het samen: productie, kennis en infrastructuur.’

Overdracht

CrossWind, een joint venture van Shell en Eneco, won in 2020 de tender voor het offshore windpark Hollandse Kust Noord. Niet vanwege het hoogste bod, maar dankzij de belofte te investeren in innovatieve technologie. De BLPH was daar een speerpunt van. Hij is uiteindelijk gebouwd in Italië en kwam afgelopen week aan in Groningen voor de overdracht.

‘We wilden de tender winnen met een competitief en toekomstgericht pakket’, zei Frans Everts, president-directeur Shell Nederland. ‘De Base Load Power Hub was een van de vijf innovaties waarmee we wilden laten zien dat we ook in tijden zonder zon of wind een stabiele energievoorziening kunnen garanderen.’

Volgens Karen de Lathouder, COO-A Eneco, is de technologie nu bewezen. ‘Nu we deze kennis delen met de rest van de industrie, kunnen we de hele stroomvoorziening verbeteren. We hebben laten zien dat het werkt.’

Hoewel de hub oorspronkelijk offshore zou komen te staan, is hij in de Eemshaven geplaatst. ‘Dat is in deze fase verstandiger’, zei Maria Kalogera, innovatiemanager bij CrossWind. ‘Het is de eerste ter wereld. Onshore kunnen we meer leren, data verzamelen en kennis delen met partijen als TNO en de Rijksuniversiteit Groningen.’

Van elektronen naar moleculen

De overdracht aan DOT (Delft Offshore Power) werd symbolisch bekrachtigd met een munt. DOT-oprichter Jan van der Tempel sprak over de volgende fase van de energietransitie: ‘De opbouw van groene stroom via wind- en zonne-energie is geslaagd – die levert op veel tijden geen geld meer op. Dus is het tijd om elektronen om te zetten in moleculen. Dat is wat we hier doen.’

Volgens Van der Tempel is de businesscase voor een Base Load Power Hub nog lang niet sluitend, maar dat is niet de drijfveer: ‘Ik doe dit niet voor een businesscase, die is er niet. It’s the right thing to do. Daarom doen we dit – voor onze kinderen.’ Na de overdracht kreeg het project ook een nieuwe naam: Phynix. De installatie wordt straks gevoed door lokale windmolens in plaats van het windpark Hollandse Kust Noord.

Waterstofaward

Tijdens de bijeenkomst reikte olympisch zwemster Ranomi Kromowidjojo, ambassadeur van Nederland Waterstofland, de eerste koploperaward uit aan het projectteam van Crosswinds. ‘In waterstof hebben we nog geen olympische medaille gewonnen’, zei ze lachend, ‘maar het is belangrijk om alle successen te vieren.’

Ze benadrukte dat Nederland inmiddels meer dan 400 waterstofprojecten telt. ‘We zien nu lokale waardeketens ontstaan rond echte, functionerende projecten. Die inspireren en verdienen erkenning. De Base Load Power Hub is zo’n koploper – een project dat laat zien dat de waterstofeconomie geen toekomstmuziek meer is.’

Ecosysteem in de Eemshaven

De Eemshaven ontwikkelt zich in rap tempo tot een knooppunt in de Nederlandse waterstofinfrastructuur. ‘We hebben hier ruimte voor elektrolysers, zware industrie en de opslagen in zoutcavernes zijn in de buurt’, zei Hoevers. ‘Daarom is het logisch dat de Base Load Power Hub hier staat. Het verbindt kennisinstellingen, bedrijven en infrastructuur in één ecosysteem.’

Volgens Jouke de Vries (Voorzitter College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen) trekt dat ook talent aan. ‘Vroeger bouwde je een universiteit om een bibliotheek heen. Nu draait het om plekken waar innovatie plaatsvindt. Projecten als dit trekken studenten en wetenschappers aan.’

‘Alles komt hier samen om de energiestromen te stabiliseren’, zei René Peters van TNO. ‘De Base Load Power Hub is bedoeld om het systeem en de technologie te ‘derisken’. We hebben nu een real-life voorbeeld waarmee we de uitdagingen onderweg kunnen oplossen. Van 2,5 MW moeten we uiteindelijk naar honderden megawatts – dat is een enorme stap, maar de basis ligt er.’

Volgens Peters biedt het project ook waardevolle data. ‘We vergelijken praktijkresultaten met digitale modellen om te toetsen hoe theorie en realiteit zich verhouden. Dat is cruciaal voor opschaling.’

Waterstofwaardeketen

In een paneldiscussie onder leiding van emeritus prof. Catrinus Jepma van de Rijksuniversiteit Groningen spraken vertegenwoordigers van TNO, RWE, HyNorth, Equinor en de gemeente Het Hogeland over de ontwikkeling van de waterstofwaardeketen. De conclusie: de industrie beweegt traag, maar kleine projecten zijn essentieel om ervaring op te doen.

Volgens Jepma is de huidige fase van de waterstofontwikkeling vergelijkbaar met de beginjaren van wind- en zonne-energie. ‘Als je alle subsidies voor wind- en zonne-energie van de afgelopen 25 jaar bij elkaar optelt, is dat een enorm bedrag. Maar inmiddels zijn die sectoren zelfvoorzienend’, zei hij.

‘Dat moeten we ook doen met elektrolyzers. Die zijn nu nog duur, net als de eerste generatie windparken en zonneparken destijds. In het begin kostte dat veel, maar na de leercurve werd het concurrerend. Waarom zouden we dat niet herhalen? In de tussentijd kan relatief goedkope blauwe waterstof de brug vormen naar volledig groene productie. Het is onwaarschijnlijk dat we naar een nieuw energiesysteem gaan zonder moleculen.’

‘We dachten zes jaar geleden dat we nu al veel verder zouden zijn’, zei Julio Garcia (TNO). ‘Maar de realiteit is weerbarstiger. Offshore waterstofproductie is onvermijdelijk, maar we moeten leren lopen voordat we rennen. Probleem is alleen dat nu nog de verhouding risk / reward niet goed is. Het bouwen van offshore electrolyzers bespaart enorm aan investeringen aan land voor Tennet. Maar het brengt meer risico en investeringen voor de producent. Daar krijg je nu nog bijna geen extra opbrengsten voor.’

Lijs Groenendaal (RWE) benadrukte het belang van stabiel overheidsbeleid: ‘De markt doet niet alles vanzelf. We hebben duidelijke kaders nodig voor productie en afname. Anders blijft de waterstofeconomie hangen in pilotfase. Kleine projecten kunnen gebruikt worden om de infrastructuur en value chain te kickstarten.’

Blauwe waterstof

Het panel ging eveneens in op de rol van blauwe waterstof als overgangsfase. ‘Groene waterstof is de toekomst, maar blauw helpt om de infrastructuur op te bouwen’, vond Alexander Jongenburger van Equinor. ‘Zo ontstaat er een markt waarin groene waterstof later kan opschalen.’

Een deelnemer stelde voor dat de overheid als launching customer zou kunnen optreden. ‘Bijvoorbeeld door in aanbestedingen voor bruggen staal te verplichten dat met groene waterstof is gemaakt. Zodra er productie is, volgen vanzelf afnemers.’

Offshore wind

In Groningen zal waterstof een belangrijke rol gaan spelen, verwacht Jepma. ‘De overheid zet volop in op offshore wind in de Noordzee. Een derde van die energie moet in de Eemshaven aanlanden en dat kan nooit in het stroomnet. Daarom zal de Eemshaven een grote producent van waterstof worden. Het probleem is alleen dat de industrie nu nog de toekomstige kosten van groene waterstof vergelijkt met de zeer lage kosten van aardgas.’

Tocht sloot DOT-oprichter Jan van der Tempel af met een optimistische blik: ‘De markt begint pas echt als er waterstof stroomt – of die nu grijs, blauw of groen is. Uiteindelijk wordt het toch allemaal groen. En de Base Load Power Hub is het bewijs dat de toekomst al begonnen is.’

Lees verder